Samen sparen : de geschiedenis van de spaarbank CODEP en haar voorlopers [Coop-Deposito's]

WITTE Els, DE PRETER René (redactie), BRUWIER Marinette, STEENHAUT Wouter, VANTHEMSCHE Guy, VERWILST Herman
Samen sparen : de geschiedenis van de spaarbank CODEP en haar voorlopers [Coop-Deposito's]
Hardcover, stofwikkel, 4to, 534 pp., illustraties, foto's, tabellen, bibliografische noten, bibliografie, index/register. Woord vooraf door Raymond Bavay, Directeur-Generaal.
We vernemen dat voor de redding van de Bank van de Arbeid (BBA, 1913-1934) de BWP-top bereid was parlementaire mandaten en sociale rust te verkopen. (234) Een ontluisterend beeld van de BWP en vooral van Edouard Anseele en Emile Vandervelde, die de algemene staking afremde om de eigen bank te redden. (236) En dan gaat het op p. 237 over de deposanten: "De 313 miljoen deposito's van de BBA behoorden op 9 maart 1934 toe aan volgende categorieën deposanten: mutualiteiten: 6 miljoen; vakbonden: 45,3 miljoen; partijgroepen: 6,8 miljoen; gepatroneerde ondernemingen: 1,5 miljoen; diverse particulieren: 95,5 miljoen (waarvan de steden Gent en Antwerpen resp. 18 en 20 miljoen); maar vooral de coöperaties: 147 miljoen."
Op p. 396 het (veel te korte) verhaal van de herfinanciering van de BSP die na WO II aan de grond zat. Daarin is sprake van de opbrengsten van de tombola 'Emile Vandervelde'; "We konden niet achterhalen waar de opbrengsten van de tombola uiteindelijk zijn terechtgekomen", schrijft René De Preter.
Het boek maakt duidelijk hoe moeilijk het was de lokale en regionale socialistische organisaties achter één doel te verenigen. CODEP, de eigen socialistische spaarkas, moest opboksen tegen de OKI's (openbare kredietinstellingen).
Tijdens de schoolstrijd (jaren 50) was er een grote verschuiving van deposito's van de ASLK naar de Kredietbank en BAC. De ASLK deed een beroep op de BSP om die uitholling op te vangen. Voor CODEP zou dat een aderlating betekenen. Het trauma dat het faillissement van de Bank van de Arbeid had nagelaten werkte toen nog door. CODEP moest ook de concurrentie van de staatsobligaties ondergaan; met name de syndicale fondsen wilden profiteren van de hogere rentes. Tijdens de stakingen van 1960-61 kon CODEP vlot gelden vrijmaken voor de stakingskassen; dat had een positief effect bij de bonden. (399-402) Op de particuliere markt scoorde CODEP slecht. BAC deed het veel beter bij zijn achterban. De soc. mutualiteiten waren grote cliënten van de BBL (voorheen Bank van Brussel).
Opvallend is het conservatieve personeelsbeleid van de coöperaties als werkgevers. Zo werden de sociale eisen van het eigen personeel tot in de jaren 80 stelselmatig afgewezen: arbeidsduurvermindering, gelijk loon voor mannen en vrouwen, meer vakantiedagen, ... (zie p. 416) Wellicht heeft dat de beste krachten naar de private banken gedreven. Overigens wantrouwde de coöperatieve beweging universitairen (418), wellicht omdat die de positie van de lokale baronnen zouden kunnen ondergraven. Vanaf 1980 komt daar verandering in. Toch bleef het hoger opgeleide kader klein (10%).
Commentaar LT: de auteurs zijn het onderling niet eens over de rol van André Huyssens. Zo te zien liggen de relaties van Huyssens met de 'haute finance' gevoelig.


zie ook 'De Belgische Spaarbanken'
WITTE Els, DE PRETER René (redactie), BRUWIER Marinette, STEENHAUT Wouter, VANTHEMSCHE Guy, VERWILST Herman@ wikipedia
€ 75.0