Eeuwen des onderscheids. Een geschiedenis van middeleeuws Europa.

BLOCKMANS Wim, HOPPENBROUWERS Peter
Eeuwen des onderscheids. Een geschiedenis van middeleeuws Europa.
Pb, 4to, 476pp., illustraties in kleur en ZW, bibliografische noten, bibliografie, register. Referentiewerk.
De middeleeuwen roepen het beeld op van torens en kastelen, waar minestrelen hoofse liederen ten gehore brachten en koene ridders elkaar op het toernooiveld eervol bestreden. Het is een onuitroeibaar cliché dat slechts betrekking heeft op een klein en door verbeelding vertekend deel van een complexe periode uit de Europese geschiedenis die meer dan duizend jaar duurde. God heerste er met harde hand over een wereld die naar huidige westerse maatstaven technologisch onderontwikkeld, arm, onrechtvaardig en uiterst gewelddadig was. Een wereld waarin Goten en Vandalen evengoed thuishoren als vazallen en gotische kathedralen, Vikingen en vroonhoven, donatisten en dominicanen. Een wereld ook waarin figuren van bijna mythische proporties hebben geleefd, gewerkt en geheerst: Aurelius Augustinus, Karel de Grote, Dante Alighieri, Thomas van Aquino, Bernard de Clairvaux (die de kerk een strijdender karakter gaf), Frederik Barbarossa en Jeanne d'Arc.
Commentaar Lucas Tessens:
Puike samenwerking tussen twee mediëvisten, Blockmans (°1945) en Hoppenbrouwers (°1954), die in een heldere taal de ware aard van de 'duistere' middeleeuwen blootleggen. Zonder dat te expliciteren leggen zij verbanden met de hedendaagse tijd en lassen zij momenten van reflectie in. Aldus zorgen zij voor een alles behalve wereldvreemd continuüm. Want geloof en ketterij, rijkdom en armoede, macht en onmacht, ijdelheid en domheid, weerstand en opstand, egoïsme en (berekend) altruïsme, zijn van alle tijden.


Voor de opkomst van het monnikenleven en het kloosterwezen verwijzen wij naar de pp. 83 e.v.
Voor het grootgrondbezit van de kerkelijke instellingen en de vestiging van eigendomsrechten door occupatio raadplege men p. 131.
De nieuwe orden (als kritiek op de overdaad en uiterlijk vertoon van Cluny) worden besproken op pp. 193 e.v. De kritiek op de rijkdom van bepaalde orden werd in 1313 gecounterd door de pauselijke bul 'Cum inter nonnulos' [ook: Quum inter nonnullos], waarin dan maar meteen werd gesteld dat wie beweerde dat Christus en de apostelen geen bezit hadden gehad, ketters waren. Op die manier kwam Rome zelf niet in het vizier. Case closed !
De piramidale organisatiestructuur van de dominicanenorde (p. 197-198) lijkt op die van de latere multinationals: priorijen > provinciae met provinciale kapittels > generaal kapittel (algemene vergadering) in Bologna.
'De betekenis van de vier bedelorden - naast de twee grote orden van de minderbroeders (franciscanen) en predikheren (dominicanen) waren er nog de karmelieten en de augustijnen heremieten - kan nauwelijks worden overschat.' (201) De auteurs schuwen de harde woorden niet en spreken over een 'indoctrinatie via de volkstaal' (donderpreken) en 'het aanzetten tot onverdraagzaamheid'. We zouden het een eerste massificatie kunnen noemen. Individuen die zich niet conformeerden werden al vlug ketters, afvalligen, verraders, ... Het is een trieste constante in de geschiedenis én in de huidige samenleving. Andersdenkenden zijn een potentieel gevaar voor de gevestigde orde, de status quo en de ermee verbonden rijkdom.
Op pp. 383-384 bespreken de auteurs de armoede en de armenzorg in de Middeleeuwen en zij onderscheiden drie soorten 'armen'. Onderzoek leert dat er in de 14de en de 15de eeuw in de Nederlanden 20 à 30 procent van de bevolking 'fiscaal arm' was: dat wil zeggen vaste inwoners van dorpen en steden die over te weinig eigen vermogen beschikten om belasting te betalen. Daarnaast waren er diegenen die in aanmerking kwamen voor bedeling en de marginalen.

zie ook LE GOFF, De cultuur van middeleeuws Europa

andere interessante werken van BARTLETT, ROTTIER, MOULIN, VERDON


BLOCKMANS Wim, HOPPENBROUWERS Peter@ wikipedia
€ 35.0