Van VTM tot boekenantiquariaat

Media Expert Research System & MERS Antique Books Antwerp
Van VTM tot boekenantiquariaat
In de jaren 80 van de vorige eeuw was Lucas Tessens actief in de perswereld. Zijn eerste taak bestond er vanaf oktober 1980 in de slapende federatie van de informatieweekbladen vanaf nul te organiseren en haar op het politieke forum een stem te geven. Tot dan toe hielden politici enkel rekening met de desiderata van de dagbladuitgevers en dat ging van directe perssteun tot goedkope leningen in het kader van de expansiewetgeving en preferentiële posttarieven. Weldra moest ook gevochten worden tegen de invoering van etherreclame op de BRT, een socialistisch plan - aanvaard door de rooms-rode regering van Mark Eyskens - dat bij realisatie veel publiciteit bij de dagbladen, maar vooral bij de weekbladen, zou wegzuigen. Gaandeweg bereidde hij als tegenwicht de lancering van een commercieel TV-station voor. Dat ging niet zonder slag of stoot. Eerst moesten de uitgevers - die geen van allen kaas gegeten hadden van het TV-medium - overtuigd worden van de haalbaarheid van zo'n plan. Vervolgens werd een studievennootschap - de Vlaamse Media Maatschappij - opgericht om het plan ook een juridische basis te geven. Het volumineuze studierapport dat in de zomer en de herfst van 1984 werd gemaakt en waarvan ik met tegenzin mede-auteur was, bleek een slag in het water omdat de opgedrongen premissen niet klopten. Daarop schreef ik, daarbij geholpen door Victor Claeys, in december 1984 op eigen initiatief een becijferd no-nonsense rapport van 28 pagina's dat een heus bedrijfsplan, o.m. gebaseerd op een offerteronde bij leveranciers van studiomateriaal, bevatte. Dat werd de blauwdruk van het TV-station én de basis voor het financieel plan dat ik in januari 1986 opmaakte. Op federaal en regionaal niveau moest het wettelijk en decretaal kader worden geschapen om commerciële televisie in Vlaanderen mogelijk te maken; dat vergde lobbying op die twee niveaus en een nauwkeurige lezing van de ontwerpteksten en de adviezen van de Raad van State. Omdat er voor gekozen werd om het TV-signaal direct in de kabel in te spuiten, moest op technisch vlak de RTT meewerken om alle Vlaamse kabelmaatschappijen (het waren er toen 22) te bereiken. Dat alles gebeurde onder hoge druk omdat RTL plannen had om met een Vlaams programma op de kabel te komen. Er waren zelfs uitgevers die die plannen genegen waren, wat het lobbywerk bijzonder complex maakte. De unitaire weekbladuitgeverijen (zij die titels uitgaven in de nederlandse en de franse taal) hebben op ons aandringen hun vennootschappen gesplitst als antwoord op de (onvolledig) geregionaliseerde mediapolitiek. Bij de dagbladen was die bijkomende ingreep niet nodig. De kwestie van de verdeling van de VMM-aandelen tussen de uitgevers zorgde voor helse spanningen, zowel tussen dagbladuitgevers en weekbladuitgevers als tussen dag- en weekbladuitgevers onderling. Met name de Nederlandse VNU meende een groot pakket aandelen te mogen claimen wegens hun groot marktaandeel in de advertentiemarkt. Toen ik er in een (gelekte) nota op wees dat geen van hun Vlaamse weekbladen in Vlaanderen werd gedrukt en dat hun aandeel in de tewerkstelling in de grafische sector alhier nihil bedroeg, werd ik 'persona non grata' bij de VNU en haar dochters. Een krabbenmand. Ondertussen kampte ik met groeiende gezondheidsproblemen. Tijdens de voorbereidingen bleek uit onze balansanalyse dat de uitgevers van Het Laatste Nieuws en Het Rijk der Vrouw - de zogenaamde 'groep Hoste' - op de rand van een faillissement stonden en dus onmogelijk in het kapitaal van de productiemaatschappij VTM konden treden. Het leek er op dat we tien jaar na het faillissement van de Standaardgroep op een nieuwe megafaling in de perssector afstevenden. Daarop zorgde de 'groep Van Thillo' voor een forse kapitaalinjectie. In juli 1987 verliet ik opgebrand de sector. In 1989 startte dan na acht jaar studie- en lobbywerk eindelijk VTM met als aandeelhouders de meerderheid van de Vlaamse uitgevers van dag- en weekbladen. De VUM (Standaardgroep), de Financieel-Ekonomische Tijd en De Morgen bleven aan de kant staan en dat bleek weldra een blunder van formaat. Einzelgänger André Leysen heeft dat nooit kunnen toegeven.

Na een herstelperiode en een stoomcursus PC en ICT vestigde Lucas Tessens zich in 1993 als onafhankelijk media-expert onder de benaming MERS en maakte in opdracht van de Vlaamse regering een doorlichting van de mediasector, onder de titel 'De Vlaamse media. Localisering van de beslissingscentra' (maart 1993), later in de commerciële en uitgebreide versie omgedoopt tot 'De Vlaamse media, een sector in de stroomversnelling' (1994)Dit onderzoeksrapport kende verscheidene edities . In de stroomafwaartse analyse belichtten we de participaties van de mediabedrijven in dochterbedrijven en dat voor dagbladen, weekbladen, radio en televisie. In de stroomopwaartse analyse stootten we door tot de eigendomsstructuur van de media (media ownership). Het uitgetekende particatieschema had iets weg van een schema van elektrische schakelingen. Van alle moedervennootschappen werd een beknopte analyse gemaakt van de geconsolideerde balansen. Een historisch overzicht in telegramstijl situeerde de mediabedrijven in de tijd. In een bijlage gaven we de nominatieve samenstelling van alle raden van bestuur.

Een afzonderlijke sectie van het rapport was gewijd aan het versplinterde en door Electrabel gedomineerde kabellandschap in Vlaanderen. De aaneensluiting van de kabelnetten (mits trunkverbindingen tussen de kopstations) zou snel want breedbandig internet over coax op zeer korte termijn mogelijk maken, zo luidde ons betoog. De droom van Paul Otlet (1868-1944) kon in vervulling gaan. De hoge kabelpenetratie bij de huishoudens was een unicum in de wereld en garandeerde een hoge return-on-investment. Dat leidde tot een studiesyndicaat (SNDKT) o.l.v. de GIMV. Belgacom voelde toen de bui al hangen en hoofdleverancier Bell Telephone - buiten het studiesyndicaat gehouden - riep MERS op het matje (op de bovenste verdieping van de 'Bell Tower') en dreigde er zelfs mee al haar vestigingen in Vlaanderen op te doeken. Met die boodschap werd ik naar Minister-president Luc Van den Brande gestuurd. Na een media-oorlog was er nu een telecom-oorlog in de maak. Toch volgde kort na het eindrapport van het SNDKT de oprichting van Telenet. lees hier onze bijdrage in Trends Top Informatica 1997

MERS schreef in totaal een 60-tal studierapporten voor diverse opdrachtgevers.

In de periode 1996-2007 werden de geregionaliseerde belastingen het werkterrein van MERS: Kijk- en Luistergeld, Onroerende Voorheffing, Verkeersbelasting. Naast een diepgaande reorganisatie van de diensten lag de focus van het nieuwe managementteam (o.l.v. mijn charismatische en betreurde vriend Jos Franken) op datawarehousing en de koppeling van databanken van de overheid, waardoor de burger bvb. de wettelijk voorziene verminderingen op die belastingen voortaan automatisch verkreeg. Ook kreeg MERS van CIPAL de opdracht de jaarverslagen van KLG en OV te redigeren. Daarin werd terloops gewezen op de extreem ongelijke verdeling van het onroerend vermogen in Vlaanderen en dat werd, dankzij het bestaan van het datawarehouse, gestaafd door een analyse van alle belastbare onroerende goederen. In het Vlaamse gewest was de top 1% der eigenaars in 2004 goed voor maar liefst 36% van het totale onroerende vermogen. Het is een cijfer dat je doet duizelen maar ondanks een uitgestuurd perscommuniqué bleef het in de media muisstil. Voor alle duidelijkheid: het ging dus niet om een steekproef want we hadden toegang tot de data van de gehele populatie eigenaars.



In 2003 startte het boekenantiquariaat MERS Antique Books Antwerp. We kozen voor een webshop zonder fysieke winkel. Het aanbod bestaat uit non-fictie, kunst en literatuur op niveau. Belgisch Congo, de Franse Revolutie, de verkoop van de nationale goederen, het kadaster en kloosters zijn van bij de start en tot op vandaag specialisaties.



Vanaf 2013 bouwt MERS aan een gebruiksvriendelijk en zelf ontwikkeld multimediaal Content Management System (CMS) dat websites aanstuurt. Manu Tessens speelt daarin een cruciale rol met zijn kennis van PHP, HTML5, CSS3 en jQuery. Er wordt gewerkt met MySQL-databases. Veel aandacht gaat naar volautomatisch gecreëerde audit-rapporten en dito dashboards, de automatisering van de orderafhandeling en de facturatie, datamining, vectoriële kaarten, de visualisatie van data, datawarehouse en datalake.

Ons partnerschap met het Instituut voor Financiële Archeologie (IFA) en het onderzoek naar de koloniale vennootschappen in Congo is de vrucht van een jarenlange vriendschap met Guy Bertrand en de gedeelde interesses. Alle jaargangen van het 'Bulletin Officiel du Congo' werden door IFA ingescand en zijn onze bronnen bij uitstek. In een relationele database analyseren we de uniek geïdentificeerde koloniale vennootschappen (mits een 'company ID' of 'CID') en hun bestuurders. Aansluitend koppelen we de bibliografische gegevens van relevante Congo-boeken en -documenten aan elke vennootschap. Op die manier krijgen we een beter zicht op wie in Congo de lakens uitdeelde. Hier vindt u enkele resultaten in kort bestek Het project wil de research naar het economische netwerk in onze voormalige kolonie promoten en faciliteren.

Media Expert Research System & MERS Antique Books Antwerp@ wikipedia