september 1989: licentiaatsthesis van Koenraad Deridder: De commerciële televisie en de uitgevers in Vlaanderen

NN
september 1989: licentiaatsthesis van Koenraad Deridder: De commerciële televisie en de uitgevers in Vlaanderen
Licentiaatsthesis KU Leuven, Communicatiewetenschap, september 1989. Spiraalbinding, 173 pp. Met bibliografie. Noot LT: De auteur nam interviews af van volgende personen (chronologisch: persoon):
19890210: Luc Hiergens
19890215: Johan Van Overbeke
19890222: Jan Lamers
19890227: Antoon Van Melkebeek
19890302: Louis Croonen
19890307: Rik Duyck
19890307: Romain Van Tongerloo (brief)
19890316: Rik De Nolf
19890317: Guido Verdeyen
19890323: Jan Merckx
19890411: Carlo Gepts
19890502: Jan Merckx (bis)
Alle interviews werden op cassette opgenomen, behalve dat met Carlo Gepts.

Merckx gaf dus twee interviews - en in de rij het laatste -, wat erop wijst dat hij - zoals naar gewoonte - de eindredactie en de interpretatie van de feiten heeft kunnen beïnvloeden. In 1992 ging Merckx nog een stap verder toen hij zijn ingekleurde versie van de feiten liet neerleggen in het boek van Marijke Libert (VTM. De euforie voorbij), journaliste, die in feite optrad als 'ghostwriter' voor Merckx.
In het chronologisch overzicht dat gaat van maart 1981 tot september 1989 (I, Hfdst 2) vallen een aantal opmerkelijke 'gaten' die vooral te maken hebben met de uitvoering van de studie door Tessens, Verhofstadt en Claeys (juli-oktober 1984). Ook het jaar 1981 is slecht afgedekt; Deridder hierover "De uitgevers die we interviewden herinneren zich maar weinig van de gebeurtenissen in maart-mei 1981 en hebben van het bestaan van de geciteerde voorontwerptekst geen weet." (pagina 46)
Noten Lucas Tessens (opgesteld in januari 2018): 1) Dit lijkt ons een georchestreerde amnesie want toen werd bij de weekbladen van de NFIW het cement gemaakt om zich als groep eendrachtig te profileren. Dat zulks onder het NFIW/FNHI-voorzitterschap van de Franstalige Marc Naegels (CEO van Pourquoi Pas?) gebeurde, wordt wellicht liever niet vermeld door de Vlaamse uitgevers. Maar de waarheid heeft haar rechten.
2) Eveneens op pagina 46 lezen we: "Luc Tessens, een man die tot 1986 secretaris-generaal is geweest van de NFIW." In werkelijkheid nam ik die functie waar van 1 oktober 1980 tot 9 juli 1987 en omspant die periode de totstandkoming van het legistieke kader, de lobbying terzake en de research ter voorbereiding van VTM. Dat Jan Merckx tegenover Deridder verklaart: "Ik ben altijd de motor achter de zaak geweest. Ik heb van het begin af in die mogelijkheden geloofd" (p. 152), typeert Merckx volkomen. De insiders die een beetje respect hebben voor de waarheid zullen moeten toegeven dat Merckx inderdaad de motor is geweest maar dat navigators hem hebben bijgestaan. Het succes van VTM heeft meer dan één vader. De werkelijke geschiedenis van de aanloop tot VTM (1981-1989) moet nog geschreven worden. Daarbij moet niet vergeten worden dat het succes van VTM ook de zwanezang van een aantal weekbladen is geworden; tijdens de aanloop werd luid geschreeuwd dat men VTM gecontroleerd wilde laten groeien om de reclame-inkomsten van de geschreven pers niet te ondermijnen. Dat maakte het uitschrijven van een business-plan en van een financieel plan aartsmoeilijk omdat men moest gaan rijden met een wagen met de handrem op. In september 1989 kon Deridder natuurlijk niet vermoeden dat de miljardendans pas goed op gang was gekomen na de publicatie van zijn overigens puike thesis.
NN@ wikipedia