Overheidsparticipaties in de marktsector in België (PDF)

Hilde Spinnewyn
Overheidsparticipaties in de marktsector in België (PDF)
PDF, 75 pp.

P.M.
Jean-Luc Dehaene (Montpellier, 7 augustus 1940 – Quimper, 15 mei 2014) was van 1992 tot 1999 premier van België.

Guy Verhofstadt (Dendermonde, 11 april 1953) is een Belgisch politicus voor de Open Vlaamse Liberalen en Democraten (Open Vld). Hij was premier van België van 12 juli 1999 tot 20 maart 2008 in drie regeringen.

Sinds de jaren tachtig is er in Europa een golf van privatiseringen van overheidsbedrijven aan de gang. In het Verenigd Koninkrijk zijn de eerste privatiseringen gestart onder de regering-Thatcher. Na een golf van nationalisaties tot 1982 werden in Frankrijk de staatsbedrijven geleidelijk geprivatiseerd tijdens de ‘cohabitation’-coalitie onder president Mitterand. In België werd in 1986 een werkgroep opgericht die een studie moest maken over rationalisatie en privatisering van overheidsbedrijven en gemengde ondernemingen. Zijn werkzaamheden resulteerden in de verkoop of de gedeeltelijke verkoop van de volgende overheidsbedrijven: Sabena, Belgacom, de nim en de aslk. De recentste privatiseringen in Europa gebeurden na de val van de Berlijnse Muur in 1989. In de voormalige Duitse Democratische Republiek werden de staatsbedrijven geprivatiseerd via de Treuhandanstalt. Ook de overige Comecon-landen volgden met privatiseringen. Vanaf 1997 werden er grootscheepse privatiseringen doorgevoerd in Italië. Die privatiseringen waren broodnodig om deel te nemen aan de euro op 1 januari 1999.

De reden waarom de overheid een aantal overheidstaken afstoot en de markten anders reguleert, is de overtuiging dat de markten beter de middelen kunnen alloceren dan de overheid. Daarbij is het idee gegroeid dat de overheid niet het bedrijf hoeft te bezitten om de markt te reguleren. Vervolgens bepaalde de Europese Unie in haar Witboek dat de marktconcurrentie de basis is voor de voltooiing van de interne markt in 1985. Ten slotte zet de globalisering van de economie de grote ondernemingen en ook de overheidsondernemingen aan tot fusies, overnames en allianties, meestal met buitenlandse groepen.

Deze paper geeft in een eerste deel een korte schets van de theorie rond het overheidsoptreden in het bedrijfsleven. Wij geven de redenen waarom de overheid op de markt intervenieert en waarom de overheid de markt reguleert. Vervolgens gaan wij na waarom de overheid privatiseert. In een tweede deel wordt aan de hand van de gegevens uit de balanscentrale een analyse van de overheidsbedrijven en de overheidsparticipaties in België gegeven. De bedoeling van deze studie is het volgende na te gaan:

In hoeveel bedrijven participeert de overheid en in hoeveel bedrijven heeft zij een meerderheidsparticipatie?
Wat zijn de recente initiatieven van de overheid met betrekking tot de oprichting van nieuwe bedrijven?
Welke overheid participeert?
Waar situeren die participaties zich? Zijn het kredietmaatschappijen, dienstverlenende of productiemaatschappijen?
Wat is de rechtsvorm van de bedrijven waarin de overheid participeert?
Welke ondernemingen waarin de overheid participeert, zijn beursgenoteerd?
Hoeveel participaties situeren zich in het buitenland en welke invloed hebben buitenlandse aandeelhouders in onze Belgische overheidsbedrijven?
Welke ondernemingen waarin de overheid participeert, nemen participaties in durfkapitaal?
Hoe groot is het belang van de overheidsparticipaties in de toegevoegde waarde en in de werkgelegenheid?
Hoeveel krijgt de overheid terug van haar participaties en hoe is het eigen vermogen van de overheidsparticipaties verdeeld over de verschillende overheidsniveau’s?
In een laatste paragraaf worden twee overheidsondernemingen die het meest bloot staan aan verdere privatisering onder de loep genomen.


Hilde Spinnewyn@ wikipedia