Ophefmakende falingen in de perswereld, in: Res Publica, Bundel XXI, nr 2, 1979, pp. 229-242

BOONE Luk prof. dr
Ophefmakende falingen in de perswereld, in: Res Publica, Bundel XXI, nr 2, 1979, pp. 229-242
In dit artikel peilt Boone naar de politieke achtergronden van de falingen, cq. reddingen, van De Standaard en Volksgazet. Hij verwijst ook terloops naar het verwijnen van 'De Krant' in maart 1976.


Diegenen die de geschiedenis schrijven van de naoorlogse Nederlands^
talige Belgische dagbladpers, zullen ongetwijfeld de tweede helften van
de jaren vijftig en zeventig als terzake bijzonder woelig weerhouden.
De periode tussen 1955 en 1959 zal geboekstaafd blijven als het tijdperk
van de concentraties. In 1957 besloten Het Laatste Nieuws en De Nieuwe
Gazet te gaan samenwerken. Twee jaar later kocht de Standaard-groep
de Gentse titels De Gentenaar en De Landwacht op.
De jaren zestig zouden het decennium van de stabilisering kunnen
worden genoemd. Het enige meldenswaardige feit is de oprichting, begin
1968, van de Financieel-Ekonomische Tijd.
De tweede helft van de jaren zeventig zöu men als titel de ophef
makende faillissementen kunnen meegeven. Begin maart 1976 verdween
de begin oktober 1975 opgerichte De Krant. Deze titel diende zich aan
als een onafhankelijk, objectief, Vlaams, zelfstandig, niet partijgebonden
dagblad, dat recht naar de mensen toeschrijft, in een klare, duidelijke taal,
met een vinnige new. sound en een fris, modern uitzicht . Zoals steller
elders reeds betoogde, verbijsterde het eerste nummer de minst kritische
waarnemers. Het betrof, in feite, een tabloïd zonder enige oorspronke
lijkheid die het midden hield tussen de Londense avondkranten en de
meest stofferige provinciebladen. (...). De langzame doodstrijd van D?
Krant-eindigde in de grootste verwarring en in de financiële en morele
ontreddering van een groot aantal medewerkers... (1).
Deze faling was echter slechts een voorsmaak. In mei-juni 1976 ging de
prestigieuze Standaard-gtoep over de kop, en twee jaar later hield Volks
gazet definitief op met verschijnen.
(...)


Summary : Sensational failures in the newspaper industry.
In the post war history of the Dutch-language daily press in Belgium,
the late fifties, marked by a trend towards concentration, and the latter
part of the seventies, notorious by the bankrupties of several newspapers,
stand out as eras of turbulence. It is two particularly significant events
occurring during the latter period, i.c. the 1976 insolvency of the prestigeous
Standaard papers and that of Volksgazet two years later, which this article focuses upon. In his analysis of causes and suggested/chosen solutions, the author highlights the political rather than the economie dimension of the events and their aftermaths, given that each of the faïling neuwspapers — and hence their survival — mattered pólitically, i.c. to the Christian Democrats and the Socialist party respectivély. Central to this is the question of the measures considered/taken by the Belgian c.q. Flemish /pólitical authorities for having
the newspapers. The course of events in each case is examined and the
differences in terms of causal factors and measures taken/omitted are
noted. In the final analysis, the question arises as to the relationship
between certain political figures or groups on the one hand, and government
agencies, which both Volksgazet and particularly the Standaard titles were heavily indebted to, on the other hand.




BOONE Luk prof. dr@ wikipedia