INSEE publiceert vandaag sociale doorlichting van Frankrijk: 'France, portrait social' - Een korte bespreking

TESSENS Lucas
INSEE publiceert vandaag sociale doorlichting van Frankrijk: 'France, portrait social' - Een korte bespreking
Het Institut national de la statistique et des études économiques (INSEE) publiceert in een rapport van 280 bladzijden de kerncijfers van de sociale toestand in Frankrijk, geplaagd door crisis, werkloosheid en onzekerheid.

Deze balans behandelt volgende indicatoren: onderwijs, arbeidsmarkt, inkomens, levenskwaliteit, werkloosheid (40% is langdurig werkloos), daklozen en sans-domicile (112.000 personen 'sans-domicile' waarvan 31.000 kinderen; in Parijs leven 30% van de 'sans-domicile' in een hotelkamer, betaald door een hulporganisatie - p. 129), leeflonen (RSA=Revenu de Solidarité Active & ASS=Allocution de Solidarité Spécifique) en steuntrekkers, minimumlonen, armoedegrens (977 EUR voor alleenstaande in 2011, 987 EUR in 2012; 13,9% van de bevolking heeft een inkomen dat onder de armoedegrens ligt), stedelijke problematiek, onveiligheid, vrijetijd en mediagebruik, tijdsbudget, enzovoort. Het rapport schenkt ruime aandacht aan de ongelijkheid tussen gesalarieerden en gebruikt de Gini-coëfficiënt.
De situatie in en rond Parijs wanneer het gaat over inkomens is complex en mogelijk explosief. Voor een goede verstaander zegt de volgende tekst voldoende:


L’aire urbaine de Paris, qui rassemble plus de 12 millions d’habitants, fait apparaître une situation plus complexe. La ville-centre concentre 2,2 millions d’habitants et la banlieue 10,2 millions dans plus de 400 communes. La couronne de l’aire urbaine de Paris compte 1,8 million d’habitants répartis sur près de 1 400 communes. La variation des revenus dépend des effets croisés de l’éloignement par rapport au centre du pôle et de la direction. À l’exception de la direction ouest, les revenus sont nettement plus élevés dans la ville-centre que dans la banlieue. Vers le sud et l’est, les revenus demeurent relativement stables. Vers le nord, les revenus les plus faibles sont concentrés dans une ceinture à une
distance du centre allant de 5 à 10 km, puis remontent ensuite. On retrouve à l’ouest, dans la banlieue, des territoires avec des revenus très élevés dans des régions plus éloignées du centre.


Het centrum van Parijs en de Seine-vallei richting Normandië (ten westen van Parijs) is een trekpleister voor hoge inkomens. De lage inkomens zijn geconcentreerd ten noorden van de metropool. (zie het kaartje p. 75) Overigens heeft de wet van 21 februari 2014 de gehele sociale kaart van Frankrijk hertekend en is die nu gebaseerd op één criterium: het inkomen.(zie p.151 e.v.) Men is er eindelijk toe gekomen in te zien dat alle sociale variabelen correleren met dat ene gegeven. Een wat laattijdig inzicht in sociologie, kan men zeggen. Soit, door de vereenvoudiging van de identificatie kan men nu probleemregio's en probleemwijken identificeren en geografische actieplannen opzetten. Dat zoiets een neveneffect heeft - stigmatisering op basis van adres - is niet meer dan een erkenning van iets dat al eeuwenlang gebeurt (bvb. het arrondissement in Parijs bepaalt vaak de perceptie van je sociaal niveau).

Opvallend is de methodologische opsplitsing van de vrijetijd waarbij men een streng onderscheid maakt tussen TV-kijken (écran) en 'loisirs hors écran' (zie p. 98).

Steuntrekkers moeten in toenemende mate verzaken aan het invullen van basisbehoeften zoals voeding, gezondheidszorgen, kleding en verwarming. (zie p. 118-119)

Over de eigen woning: La part de ménages propriétaires de leur résidence principale a sensiblement augmenté entre 2000 et 2009, passant de 55,6 % à 57,6 %. Depuis, elle s’est stabilisée et s’établit à 57,6 % en 2014. Plus de 70 % de ces propriétaires n’ont plus de charges de remboursement d’emprunt pour ce logement ; les 30 % restants représentent les propriétaires « accédants » c’est-à-dire n’ayant pas fini de rembourser leur emprunt.

De totale gezondheidsuitgaven van overheid en privé (DCS) lagen in 2013 op 248 miljard EUR, de consumptieuitgaven voor gezondheid (CSBM) bedroegen 187 miljard EUR. (zie p. 230 e.v.) Het is onmogelijk uit de statistiek de inkomsten van geneesheren-specialisten te extraheren, ook al omdat die verdisconteerd zitten in de rubriek 'Soins hospitaliers', een bijzonder complexe materie. De bruto-verdienste van huisdokter (rubriek 'médecins') zou 20,5 miljard EUR bedragen.

Het werk bevat ook extensieve bibliografische referenties.

Het gehele rapport kunt u hier inkijken
link naar pdf


LINK NAAR PDF
TESSENS Lucas@ wikipedia