Congo-commissie van de Kamer: verslag van de deskundigen klaar

TESSENS Lucas
Congo-commissie van de Kamer: verslag van de deskundigen klaar
Hieronder vindt u het integrale verslag (DOC 55 1462/003).
De expertengroep bestond uit volgende leden: Zana Etambala, Gillian Mathys, Elikia Mbokolo, Anne Wetsi Mpoma, Mgr. Jean-Louis Nahimana, Pierre-Luc Plasman, Valérie Rosoux, Martien Schotsmans, Laure Uwase en Sarah Van Beurden. Een opmerkelijke vaststelling uit de inleiding van het verslag: "De meeste experten kenden elkaar niet voordat de groep werd opgericht." Dat geeft toch te denken en het is een abnormaliteit.
De belangrijkste en tevens de zwaarste zin van het rapport vindt men in de 'Aanbevelingen', nl. "De erkenning van de kolonisatie als zijnde een misdaad. In dat geval moet ook in herstelbetalingen worden voorzien." (p. 678) Juridisch vergt zoiets een harde onderbouwing. Ook aangaande de definitie van 'kolonisatie' stellen er zich problemen. Wordt de kolonisatie geïnterpreteerd als 'een daad van gewelddadige bezetting van een grondgebied' en volgt daaruit dan dat ook het kolonialisme 'as such', én in al zijn facetten, een misdaad is ? Een heikele kwestie. Wanneer men deze stelling aanvaardt en men beschouwt het kolonialisme als een uitwas van het kapitalisme of van de burgerlijke maatschappij, dan veroordeelt men impliciet ook het kapitalisme als misdadig. En laat nu juist dàt de stelling zijn van Ernest Mandel:

Het tweede luik van de aanbeveling heeft het over de herstelbetalingen. Want wie A zegt, moet B zeggen. Hier luidt onze vraag: 'Wie moet die herstelbetalingen ophoesten?' De Belgische staat en dus per definitie de belastingbetaler? Of moeten de betalingen komen van de nakomelingen van de beneficiënten van het gewin ?
Het is wellicht aangewezen de belangrijke actoren op een rij te zetten.
Tijdens de koloniale periode (dus vanaf 1908) werd de wetgevende bevoegdheid over Belgisch Congo uitgeoefend door de Belgische uitvoerende macht, bij monde van de minister van koloniën. Vanuit democratisch oogpunt is dat nonsens.
De Force Publique, een mix van militaire en politionele macht, onderhield de bezetting en monopoliseerde het repressieve geweld.
De religie, belichaamd door de talrijke missies, zorgde - wegens haar vermeend direct contact met de godheid- voor angst maar ook voor relatieve rust en primair onderwijs.
Van de administratie en het justitie-apparaat werd verwacht dat ze orde deden heersen.
Tenslotte waren er de economische actoren, de koloniale vennootschappen, die rekenden op de steun van alle andere actoren om hun finaliteit - winstmaximalisatie - te bereiken.
De bevolking van Belgisch Congo moeten we beschouwen als een onmondige en dienende massa die instrumenteel was voor de belangen van de kolonisator, in welke gedaante die zich ook presenteerde. Die 'zwarten' of 'negers', zoals men hen toen zonder complexen noemde, vertonen op alle vlakken gelijkenissen met het onmondige Belgische proletariaat dat een jarenlange strijd voerde voor algemeen stemrecht. Zowel aan de enen als aan de anderen werd elke vorm van inspraak of medezeggenschap ontzegd.
Welnu, ik ben ervan overtuigd dat de Belgische bevolking niet wenst op te draaien voor herstelbetalingen waar geen schuld tegenover staat. In die optiek wordt het belangrijk de schuldigen van de misdaad van de kolonisatie op te sporen, aan te duiden en te straffen. Wie enige voeling heeft met de burgerlijke maatschappij en haar machtsbastions weet dat het zover nooit zal komen. Wat wel als een paal boven water staat: de conclusies van het expertenrapport zullen anders gelezen worden aan de ene en aan de andere kant van de taalgrens. In Matonge, Kinshasa of Lubumbashi zal dan nog een andere lezing gebeuren. Of de modale noodlijdende Congolees er beter van wordt, is een retorische vraag. Niet dus.

Kritiek Lucas Tessens:
1) De Leopoldistische periode wordt overmatig belicht, ten koste van de daaropvolgende periodes. Zo ontstaat een risico van scheeftrekking in de beeldvorming van het kolonialisme.
2) Het rapport is een opeenstapeling van gerecycleerde teksten.
3) De (beoogde?) multidisciplinaire insteek komt niet tot zijn recht.
4) De koloniale economie wordt afgehaspeld op nauwelijks 23 pagina's: 'Arbeid en kapitaal: enkele aspecten van de koloniale economie.' (Gillian Mathys). Dat is ruim onvoldoende omdat het kolonialisme in essentie een economische en kapitalistische aangelegenheid is. De echte belangengroepen en 'key persons' blijven buiten schot.
5) Het rapport werd in overgrote mate geschreven door Gillian Mathys - en daarvoor alle lof - en er is dus een onevenwicht in de geleverde inspanningen van het team.
6) De problematiek van de concessies wordt nauwelijks in kaart gebracht. Overigens is kaartmateriaal grotendeels afwezig.
7) De bibliografische referenties vertonen gaten. Dat is onvermijdelijk maar een aantal belangrijke werken (van Marchal - alias Delathuy) ontbreken gewoonweg.
8) De methodologische paragraaf is ondermaats. Hier hadden we inzicht verwacht in de taakverdeling binnen de expertengroep. Ook komt het woord 'eindredactie' niet voor in de tekst.
9) De experten excuseren zich meermaals voor lacunes in het rapport, zogenaamd te wijten aan de Corona-crisis. Dat is een mager excuus in een digitale wereld en bijgevolg ongeloofwaardig.
10) Dat de rol van het onderwijs en van de katholieke kerk haast onbelicht bleef legt een zware hypotheek op het rapport. Van pagina 16 citeren we: "Helaas is omwille van tijdsgebrek en door de vrij beperkte reacties van de Belgische universiteiten geen diepgaande analyse van de plaats van het Belgische koloniale verleden in het hoger onderwijs opgenomen in dit rapport." Is dat een eufemisme om te zeggen dat de Belgische universiteiten het rapport hebben geboycot?

TESSENS Lucas@ wikipedia