De Belgische Kolenslag 1944-1951: Het mirakel dat er geen was
Pb, grote in-8, 562 pp., illustraties en foto's, bibliografische noten, bibliografie.
Archivaris Guy Coppieters (°1969), verbonden aan het Algemeen Rijksarchief, herwerkte voor de reeks Studies in Belgian History het doctoraat dat hij in 2017 succesvol verdedigde. Het boek laat zich samenvatten in drie begrippen: steenkool, staat en strijd. Tegelijk komen onderliggende aspecten zoals nationalisering, migratie … en zelfs vrouwenstemrecht ruim aan bod. Daal mee af in de verrassende ondergrond van de Belgische steenkoolpolitiek!
Begin 1945 staat het land aan de rand van de afgrond. De euforie van de bevrijding is volledig verdwenen. Angst en chaos regeren het land. De steenkoolsector verkeert in een ongeziene crisis. De energiebevoorrading dreigt volledig stil te vallen. Gezinnen kunnen zich nog amper verwarmen en de economische wederopbouw sputtert.
De nieuwe premier Achille Van Acker (Brugge, 8 april 1898 – aldaar, 10 juli 1975) werpt zich op als redder van het vaderland. Hij komt met een groots nationaal relanceplan: de Kolenslag. Ondanks een veelbelovende start mislukt hij in zijn opzet. Hij wint de Kolenslag immers niet.
Wie mag zich dan wel tot overwinnaar kronen? De mijnbazen die zich verenigd hebben in het discrete FEDECHAR, de machtigste patroonsorganisatie die België ooit gekend heeft, herstellen snel hun vooroorlogse machtspositie via de strategie van zelfregulering. Ze slagen erin de invloed van de staat te beperken. De vakbonden van de mijnwerkers vormen geen partij. In plaats van modernisering haalt restauratie het in de bedrijfsvoering van de mijnen.
De politieke wereld is hopeloos verdeeld over dit energiedossier en staat meestal machteloos. Structuurhervormingen blijven uit. De redding van het mijnbedrijf bestaat uit rijkelijke subsidies, een hoge steenkoolprijs en vooral duizenden goedkope arbeidskrachten. Deze mijnwerkers, die de eigenlijke “slag” moeten leveren, betalen het gelag. Het gaat dan om Duitse krijgsgevangenen, om Italianen en om zogenaamde Displaced Persons. En uiteraard ook om Belgische mijnwerkers. Zij worden tijdens de Kolenslag opgehemeld als ‘ereburgers’, maar blijken eerder als tweederangsburgers door het leven te gaan. (zie p. 529)
zie ook de studie van DE RIJCK Tine & VAN MEULDER Griet
Noot LT: In Frankrijk staat de Kolenslag onder de leiding van Maurice Thorez (PCF).
COPPIETERS Guy@ wikipedia